Positieve gezondheid is een concept dat in 2012 in Nederland werd geïntroduceerd door Machteld Huber. Binnen dit concept wordt gezondheid gezien als het vermogen van mensen met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen uit te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren en wordt gezondheid niet meer gezien als de af- of aanwezigheid van een ziekte. Er zijn zes pijlers, gezondheidsdimensies, om de gezondheid te meten; 

1. Lichaamsfuncties
2. Mentale welbevinden
3. De spiritueel-existentiële dimensie (zingeving)
4. Kwaliteit van leven
5. Sociaal-maatschappelijk participeren (meedoen)   
6. Dagelijks functioneren

Binnen de MGZ zijn lichaamsfuncties, sociaal-maatschappelijk participeren en het dagelijks functioneren erg van belang voor de gezondheid van de patiënt omdat hij binnen de MGZ de zorg thuis verleend krijgt. Een patiënt krijgt hulp verleend binnen de MGZ wanneer zijn lichaamsfuncties, sociaal-maatschappelijk participeren en het dagelijks functioneren goed verloopt. Een verpleegkundige van de MGZ begeleidt de patiënt op weg naar zelfstandigheid en biedt dus een professionele manier van begeleiding. Hierdoor moeten de lichaamsfuncties, het sociaal-maatschappelijk participeren en het dagelijks functioneren van de patiënt in orde zijn om voor deze manier van zorgverlening in aanmerking te komen.